Duik de geschiedenis in

Hoe werken de waterlinies? 9 weetjes!

| Eva Bleeker

Door de ligging in een delta van grote rivieren leeft Nederland al duizenden jaren met water. Onze voorouders slaagden erin om dit kleine stukje aarde bewoonbaar te maken. Met de aanleg van dijken en polders werkten ze het water weg. Sinds de 16de eeuw zetten ze land echter ook weer onder water, om het rijke westen te beschermen tegen vijanden uit het oosten. Dijken werden daarvoor doorgestoken, waarna polders vol water stroomden. Zo ontstond een barrière waar de vijand moeilijk doorheen kon komen: te diep voor soldaten te paard en te ondiep voor boten. Deze methode om land onder water te zetten noemen we inunderen.

1. Kommen en polders

Hoe vlak ons land ook is, het landschap kent nog behoorlijke hoogteverschillen. Van die verschillen is gebruik gemaakt om gebieden onder water te kunnen zetten. De Nieuwe Hollandse Waterlinie werd daarvoor opgedeeld in 9 kommen, groepen van polders die weinig hoogteverschillen kenden. In de Stelling van Amsterdam waren er ruim 60 kleine polders met allemaal een ander waterpeil.

Een kaart waarop is aangegeven welke delen van het land onder water zullen staan wanneer het land geïnundeerd wordt.

2. Zoet of zout water

Cruciaal voor het functioneren van een waterlinie is dat er snel voldoende water in de kommen en de polders kan stromen. Zoet water uit rivieren, poldervaarten en boezems had de voorkeur, omdat dat de minste schade aan het boerenland toebracht. Maar als het niet anders kon, werd zout water uit de Zuiderzee en de Noordzee aangevoerd.

Een oude sluis die openstaat van een afstandje gezien.

3. Water laten stromen

Op enkele plekken liepen polders vol als de gemalen stil werden gezet. Maar op meeste plekken moest het water van ver komen. Dat kon lang duren. Daarom werden extra sluizen gebouwd, inundatiekanalen gegraven en rivieren rechtgetrokken. Zo werd de inundatietijd theoretisch teruggebracht van 26 naar 4 tot 12 dagen.

Een bakstenen sluis met drie doorgangen voor het water.

4. Keerkades

Het was niet altijd nodig om polders volledig onder water te zetten. Daarom zijn in een aantal polders keerkades of inundatiedijken aangelegd. De Geniedijk in de Haarlemmermeer maakte het bijvoorbeeld mogelijk om het zuidelijke deel onder water te zetten, en het noordelijke deel droog te houden.

Geniedijk met populieren

5. In drie fases

Bij mobilisaties en oorlogsdreigingen waren er 3 fases bij de inundaties. Fase 1 is het voorbereidingspeil: sloten waren tot de rand toe gevuld, de laagstgelegen terreinen stonden onder water. Fase 2 is het voorlopig inundatiepeil: wegen waren nog bruikbaar, maar de rest stond onder water. Fase 3 is het volledige inundatiepeil: de ideale waterstand van 30 tot 50 centimeter werd bereikt. 

een zwart-witfoto waarop het gebruik van een inundatiesluis zichtbaar is. Je ziet soldaten bovenop de sluis staan die open is, waardoor er water doorheen stroomt.

6. Inundatiewet

In 1896 nam de Tweede Kamer de Inundatiewet aan. In deze wet werd voor het eerst vastgelegd dat boeren hun schade aan weilanden en akkers door inundaties vergoed kregen. Daarmee wilde de regering voorkomen dat boeren zich tegen onderwaterzettingen zouden keren, zoals in het verleden diverse keren was gebeurd.

7. Uitvindingen

Sluizen speelden een cruciale rol bij het onder water zetten van polders. Het was soms nodig om een sluis ook tegen de druk van hoog water in te kunnen openen. Daarvoor bedacht Jan Blanken in 1809 de waaiersluis. Een andere vinding was de plofsluis, waarmee je een kanaal bij oorlogsdreiging snel kon afsluiten.

Een aantal betonnen compartimenten boven een rivier. Onder de compartimenten door vaart een vrachtschip.

8. Klimaatverandering

Veel onderdelen van het watersysteem van de Hollandse Waterlinies, met name de civiele werken, worden nog steeds gebruikt om ons land droog te houden. Bij extreem hoge waterstanden en ook bij droogte kan het systeem van inunderen opnieuw worden ingezet. Nu om ons te beschermen tegen een nieuwe vij and, het veranderende klimaat.

9. Paraatheid

Het totale systeem van de Hollandse Waterlinies is nooit in werking gesteld. Wel is het drie keer in staat van paraatheid gebracht: de Frans-Duitse oorlog (1870-1871), de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) en in aanloop naar de Tweede Wereldoorlog (1939-1940). Tijdens de laatste oorlog hebben de Duitsers delen geïnundeerd door dijken op te blazen. Na de oorlog is het systeem gebruikt om het land zo snel mogelijk weer droog te krijgen.

Zwart-witfoto van vijf soldaten in uniform bij een kruiwagen waarop 'mobilisatie 1904' staat.

Meer weten?

Wil je meer weten over het water in de Hollandse Waterlinies? Bekijk dan deze pagina over het waterverhaal

Dit verhaal verscheen eerder in Fort! Magazine, een uitgave van forten.nl.