Duik de geschiedenis in

Piramides in het Hollandse polderland

| Eva Bleeker

Ze lijken lukraak uitgestrooid te zijn over het landschap. Overal in de Randstad zie je ze vanaf de weg liggen in weilanden. Toch zijn die betonnen bouwwerken er volgens een doordacht plan neergezet.

Ze lijken op bunkers. Daarom wordt vaak gedacht dat de Duitse bezetters ze in de Tweede Wereldoorlog hebben gebouwd. Maar ja, waarom hebben ze dat dan op die plaatsen gedaan? Nee, ze zijn gebouwd door ons eigen leger in 1939 en 1940. Als je ze op de kaart ziet liggen, in een lang, slingerend snoer tussen de Biesbosch en het IJ sselmeer en rondom Amsterdam, wordt de logica al snel duidel k. Ze liggen langs het Oost- en het Zuidfront van Vesting Holland, die grotendeels samenvielen met de Hollandse Waterlinies.

Schuilplaatsen

Het gaat voornamelijk om zogeheten groepsschuilplaatsen, maar er staan ook kazematten tussen. De schuilplaatsen en de kazematten vormden met loopgraven groepsnesten. Vaak staan ze bij forten. Bij Acquoy aan de Linge is zo’n groepsnest heel mooi gereconstrueerd. In de groepsschuilplaatsen konden 12 soldaten zich terugtrekken tij dens artilleriebeschietingen of bombardementen. Er stonden geen mitrailleurs of kanonnen opgesteld, ze waren alleen bedoeld om te schuilen. Wel was er een schietgat bij de deur om de soldaten die naar binnen of buiten gingen dekking te geven. Kazematten hadden wel een gevechtsfunctie. Er waren schietgaten in gemaakt voor zware wapens, zoals mitrailleurs en luchtafweergeschut. Behalve langs Vesting Holland werden er ook kazematten gebouwd op de Afsluitdijk bij Den Oever en Kornwerderzand, in de Grebbelinie en in de jaren vijftig langs de IJssellinie.

Schuine kanten

Al meteen na de Eerste Wereldoorlog zijn er 224 groepsschuilplaatsen gebouwd op diverse plaatsen in de Hollandse Waterlinies. De groepsschuilplaatsen die kort voor Tweede Wereldoorlog werden gebouwd, waren een verbeterde versie: Type P, ook wel Piramides genoemd vanwege de schuine kanten. Ze waren 8,2 meter lang, 6,5 meter breed en 4,85 meter hoog. De ingang van 1 bij 1 meter zat 1,05 meter boven het maaiveld, zodat er bij inundaties geen water in kon stromen. Drie zijden van de schuilplaatsen waren aan de bovenkant schuin, waardoor granaten en bommen ervan afrolden. Op de meeste schuilplaatsen zijn op de schuine vlakken haken of beugels aangebracht. Aan de haken konden camouflagenetten worden opgehangen om ze in het open land minder opvallend te maken. De beugels dienden om planken te bevestigen, waarop graszoden werden gelegd. Zo werd de schuilplaats niet alleen gecamoufleerd, maar ook beter beschermd.

In totaal zijn er 772 groepsschuilplaatsen en zo’n 800 kazematten gebouwd. Van de 772 groepsschuilplaatsen zijn er nog 572. Veel hebben intussen de status van rijksmonument gekregen en fungeren nu als verblijf voor vleermuizen.

Dit artikel verscheen eerder in Fort! Magazine van Stichting Forten Nederland