Duik de geschiedenis in

Wat is werelderfgoed?

| Eva Bleeker

In 2021 is de Nieuwe Hollandse Waterlinie toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van UNESCO. In 1996 was de Stelling van Amsterdam al op de lijst geplaatstL ze vormen nu samen het werelderfgoed 'Hollandse Waterlinies'. Maar werelderfgoed, wat betekent dat?

De toevoeging als Werelderfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan de Stelling van Amsterdam is eigenlijk logisch, omdat de verdedigingswerken zowel wat betreft ligging als functie familie van elkaar zijn. Zo’n werelderfgoed-benoeming is niet niks. Dan sta je in de illustere rij van 1154 Werelderfgoederen in 167 landen, zoals de piramides van Gizeh in Egypte, Stonehenge in Engeland, het Canal du Midi in Frankrijk en de Chinese Muur. In ons koninkrijk zijn er elf andere werelderfgoederen, waarvan er zes met water te maken hebben: de molens van Kinderdijk; de Waddenzee; de Beemster en Schermer polders; het voormalige Zuiderzee-eiland Schokland; de Amsterdamse grachtengordel en het Ir. D.F. Woudagemaal bij Lemmer, het grootste, nog werkende stoomgemaal ter wereld.

Complexe linie

Waarom zijn de Hollandse Waterlinies werelderfgoed geworden? Ze zijn uniek, omdat zo’n complexe verdedigingslinie eigenlijk alleen in ons laaggelegen, waterrijke landje kon worden gerealiseerd. Door het 200 kilometer lange lint van versterkingen, kanalen, dijken, inundatievelden en sluizen konden grote stukken land onder water worden gezet (‘geïnundeerd’). Hierdoor is ook het gebied behoorlijk veranderd. Alle ‘werken’ waren zo in het landschap ingebed dat ze nauwelijks opvielen aan een nietsvermoedende, oprukkende vijand. Maar als je weet waar je moet kijken, kun je de wijzigingen zelfs nu nog duidelijk zien, zeker de inundatiekanalen en versterkingen. Zo’n grootschalig inundatiesysteem is niet alleen nergens anders te vinden, het is ook een van de inventiefste, vroegste vormen van Nederlands ‘watermanagement’.

Uniek en uitzonderlijk

Ook bijzonder is dat de meeste van de grote en kleine forten en andere versterkingen nog vrijwel intact zijn, terwijl ze toch al in de 19de eeuw zijn gebouwd. De Hollandse Waterlinies geven bovendien een bijzonder inkijkje in de architectuurgeschiedenis. De forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn grotendeels opgetrokken uit baksteen, terwijl die van de Stelling voorbeelden van heel vroege betonbouw zijn. Omdat de Hollandse Waterlinies uniek zijn hebben zij de Werelderfgoedstatus gekregen. Het zijn uitzonderlijke nog intacte voorbeelden van historische verdedigingslinies: ingenieuze militaire systemen die gebruik maken van het natuurlijke lanschap en van water. Ze zijn uniek voor de Europese architectuurgeschiedenis én een voorbeeld van de inventieve Nederlandse waterbeheersing. Iets om trots op te zijn!

Dit artikel verscheen eerder in Fort! Magazine, een uitgave van Forten.nl.