Duik de geschiedenis in

Beplanting op forten: met militaire precisie

| Eva Bleeker

Als je op een fort rondloopt, zie je overal bomen en struiken. Gek, want forten liggen in een landschap dat juist heel open is, waar je ook kijkt. Die beplanting is er dan ook heel bewust aangebracht. Volgens een strak plan. 

Forten zijn toonbeelden van bouwen met natuur. Zeker in de eerste plaats vallen de imposante bouwwerken op. maar de forten zouden nooit hun verdedigingsfunctie hebben kunnen vervullen zonder de natuur. Met militaire precisie zijn om de forten bomen en struiken aangeplant en onderhouden. Wat daarbij opvalt, is dat de beplanting op de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie duidelijk anders is dan die van de Stelling van Amsterdam, die later zijn gebouwd. In de Waterlinie hebben de aangeplante bomen en struiken vooral de bedoeling om het fort aan het zicht te onttrekken. In de Stelling moet de beplanting het de vijand moeilijk maken om te zien waar de kanonnen staan of waar de troepen zich bevinden. De beplanting verschuift daardoor als het ware van het fort zelf naar de omgeving van het fort. 

Een luchtfoto van een bakstenen fort overgroeid met gras. Aan de ene helft van het fort zijn de planten op het fort laten staan, de andere helft van het fort is kaal gemaakt.

Werk aan de Groeneweg: fruitbomen ter maskering

De fortbeplanting had als doel camouflage of maskering, barrièrevorming en gebruikshout. De beplanting bestond uit bomen en planten die voorkwamen in de omgeving. Bij het Werk aan de Groeneweg werd in 1932 op last van de commandant van de Vesting Holland "ter maskering tegen luchtwaarneming" een groot aantal fruitbomen geplant. 

Natuurlijk prikkeldraad

Om de forten in de Waterlinie goed te camoufleren zijn verschillende lagen bomen en struiken aangeplant. Door bomen als schietwilgen, knotwilg en Canadese populier vervagen de contouren van het fort. Achter de kanonnen komen iepen; hun donkere bladen voorkomen dat de vuurmonden tegen een lichte achtergrond afsteken. Verder zie je op deze forten dichte hagen van stekelige meidoorns langs de gracht die als natuurlijke rollen prikkeldraad de vijand moeten tegenhouden. De knowbomen ertussen voorkomen dat de taluds in de gracht zakken. Ook zijn er vakken met zogeheten hakhout. Dat zijn bomen die gesnoeid werden voor gebruik. Met bundels takken versterkten de soldaten bijvoorbeeld de wallen. Dat snoeihout was natuurlijk ook brandstof voor ovens en kachels. Het hakhout bestond meestal uit wilg, eik, els, es, esdoorn en Verginische kers. Tot slot stonden er op het binnenterrein hoge bomen, vooral paardenkastanjes. 

Bij de forten in de Stelling zie je bijna geen beplanting meer op het fort, wel eromheen. Een dubbele rij iepen aan de achterkant en een rij schietwilgen - what's in a name - maskeren het fort, terwijl er genoeg openheid blijft om erdoorheen te kunnen schieten. 

Jisperweg: patronen herkenbaar

Fort aan de Jisperweg was samen met Fort aan de Middenweg in 1914 het laatste fort in de Stelling van Amsterdam dat werd opgeleverd. Op dit rustige fort zijn de patronen van de oorspronkelijke militaire beplanting nog goed herkenbaar. Door de geïsoleerde ligging hebben planten en dieren het hier voor het zeggen. 

Drie kringen

Terwijl er bij de forten een grote plant- en snoeidrukte was, mocht er in de wijde omgeving bijna geen beplanting voorkomen. Zeker niet bij oorlogsdreiging. Ook voor bebouwing waren er strenge regels. Om vast te leggen wat er in de omgeving wel en niet mocht, was in 1853 een speciale wet gemaakt, de Kringenwet. Deze bepaalde dat er rondom een fort drie kringen waren: één op een afstand van driehonderd meter, één op een afstand van zeshonderd meter en één op een afstand van een kilometer. Hoe serieus dit werd genomen, blijkt wel uit de bepaling dat je toestemming van de minister van oorlog nodig had om in de binnenste kring bomen en struiken te planten. Of om huizen en schuren te bouwen. Die mochten bovendien alleen van hout zijn, want dan kon je ze snel opruimen in tijden van dreiging. De Kringenwet is pas in 1963 definitief ingetrokken. Hoe vreemd het ons misschien ook lijkt, het is aan de Kringenwet te danken dat de meeste forten nog altijd als eilanden in het het weidse landschap liggen. 

Dit artikel verscheen eerder in het magazine Groene Forten van Stichting Forten Nederland